Cyathostominae
Volwassen paarden kunnen te maken krijgen met verschillende soorten wormen en larven. De meest voorkomende wormen bij paarden zijn de cyathostominae, beter bekend als de rode bloedworm of kleine bloedworm. De volwassen wormen zijn meestal niet te herkennen, maar de larven kunnen in de mest te zien zijn als kleine rode wormpjes.
Deze wormen kunnen schade aan de darmen veroorzaken, doordat de larven de darmwand binnendringen. Hier kunnen ze zich verder ontwikkelen of ingekapseld raken. Als de larven ontwikkeld zijn, breken ze uit het slijmvlies van de darmwand. Hierdoor kunnen kleine beschadigingen in de darmwand ontstaan. Het komt soms voor dat er veel ingekapselde larven in 1 keer uit de darmwand breken. Dit veroorzaakt klachten als diarree, ontstekingen in de darmwand, vermagering en soms zelfs ernstige ziekte.
Aangezien deze wormen al resistent zijn tegen bepaalde ontwormmiddelen, is het verstandig om regelmatig mestonderzoek te laten doen en alleen te ontwormen als dat nodig is. Tijdens het mestonderzoek wordt het aantal eieren geteld. Op basis van deze telling en de leefomstandigheden van het paard wordt een advies gegeven om wel of niet te ontwormen.
De eieren in de mest van paarden moeten zich eerst ontwikkelen tot infectieuze larven, voordat ze zich in de darm van het paard kunnen ontwikkelen tot volwassen wormen. Dit ontwikkelingsproces staat in de winter stil, waardoor het in de winter niet nodig is om mestonderzoek te doen.
Een standaard schema wat voor de meeste paarden toegepast kan worden is als volgt:
- Begin met mestonderzoeken vanaf maart (of als uw paard de hele winter op stal staat: vanaf het moment dat uw paard weer de wei op mag)
- Herhaal dit mestonderzoek tot ongeveer oktober, gebruikelijk is om in totaal 4 keer per jaar mestonderzoek te doen
- Wanneer een hoge ei-telling wordt gevonden, is het aan te raden om te ontwormen
- Na het laatste mestonderzoek in oktober kan worden ontwormd met een middel dat moxydectine bevat. Hierdoor kan worden voorkomen dat er nog wormeieren op het weiland terecht komen die overwinteren.
Lintwormen
Lintwormen bij het paard komen regelmatig voor. Bij de meeste paarden geven de lintwormen geen klachten, maar lintworminfecties zijn wel in verband gebracht met het ontstaan van koliek. Dit komt onder andere doordat de lintwormen zich aan de darmwand hechten met een zuigmond en daardoor een obstructie kunnen veroorzaken. Ze hechten zich namelijk het liefst vast bij de overgang van dunne darm naar de blinde darm en dit is juist een plaats waar de darmholte erg klein is. Een of enkele lintwormen zullen geen obstructie veroorzaken, maar als de aantallen oplopen wordt dit risico steeds groter. Ik raad daarom ook aan om 1 keer per jaar te ontwormen met een middel dat tegen lintwormen werkt. Dit kan goed worden gecombineerd met de jaarlijkse ontworming tegen cyathostominae.
Horzellarven
In de zomer leggen horzels eitjes op uw paard. Deze zitten vaak aan de onderbenen en zijn te herkennen als gele puntjes. Deze eitjes kunnen door het paard worden opgelikt en zo in de maag terechtkomen. In de maag groeien deze eitjes uit tot larven die zich vasthechten aan de maagwand. Dit zorgt voor beschadiging van het maagslijmvlies.
Om te voorkomen dat deze horzeleitjes in de maag terecht komen, kunt u in de zomermaanden dagelijks controleren of u eitjes op uw paard tegenkomt. Deze kunt u verwijderen met een schuurblok of spray het been in met lauw water gemengd met azijn. Hiermee weken de eitjes los en dan kunnen ze makkelijker verwijderd worden.
Ondanks het regelmatig verwijderen van de eitjes, kunnen er toch nog horzellarven in de maag van uw paard terechtkomen. Wanneer u 1 keer per jaar (na de zomer) uw paard ontwormt met middel dat werkt tegen horzellarven, pakt u naast de wormen ook deze horzellarven aan.